Serc

Nieuw-Schoonebeek

Het gebied waar nu Nieuw-Schoonebeek ligt, bestond eind achttiende eeuw uit uitgestrekte groenlanden waar ossen graasden. Hier en daar stonden  oude Saksische veehutten waar een herder met zijn rundvee verbleef. Deze herders kwamen zowel uit schoonebeek als uit het huidige eemsland, de onderlinge verhoudingen waren vrij goed. Het dorp stond aan de Duitse kant van de grens lange tijd bekend als Boôëndorf.
In deze tijd begonnen zich net over de Duitse grens echter koloniën te ontwikkelen van boeren, die in steeds groter getalen hun vee op Schoonebeeks grondgebied weidden. Bovendien werd het land steeds drassiger doordat de duitse koloniën afwaterden in het gebied. De Schoonebeker boeren konden hier weinig tegen doen, omdat zij met veel minder waren. De znederlandse overheid greep ook niet in: het drassige land vormde een betere grens dan droog land en kwam dus niet eens zo slecht uit. De Schoonebekers besloten daarom hun handelsinstinct te volgen en hun gronden dan maar aan de Duitse boeren te verkopen. In 1805 vestigden zich de eerste Duitse boeren in Nieuw-Schoonebeek en spoedig volgden er meer.
Omdat de Duitse boeren voor het grootste gedeelte katholiek waren en de Schoonebekers protestant, bleven beide gemeenschappen gescheiden van elkaar. Nieuw-Schoonebeek bleef ook nog lange tijd op Duitsland gericht. Dat verminderde toen Nieuw-Schoonebeek in 1849 een eigen katholieke kerk kreeg en ook de grensbewaking steeds serieuzer werd. Het dorp ontwikkelde zich tot de hechte onderlinge gemeenschap, die het grotendeels nog steeds is.
Tot de gemeentelijke herindeling op 1 januari 1998 maakte Nieuw-Schoonebeek deel uit van de gemeente Schoonebeek